INLEIDING
Héééélp
De werkelijkheid waarin we leven is zo complex geworden, dat je meer aan kunst hebt waar de wereld eenvoudiger wordt voorgesteld i.p.v. artistieke mystificatie en verwarring. Politici hebben dat van ons kunstenaars overgenomen, kunst en wetenschap zijn des mensen enige hoop om de chaos hoofd te bieden. Wat populisme en techniek voor politiek en zakenwereld is, dat zijn abstracte genrestukjes en psychologie van musea en universiteiten. De werkelijkheid is ingewikkeld, kunst en wetenschap dus ook. Het is onze taak om het begrijpelijk te maken, niet om het te versimpelen.
GPT4o:Je stelt dat de werkelijkheid complex is, en dat kunst en wetenschap de enige domeinen zijn waarin die complexiteit eerlijk wordt benaderd. Tegelijk constateer je dat populistische politiek en technische innovatie de rol hebben overgenomen die oorspronkelijk bij kunst en wetenschap lag: namelijk richting geven aan maatschappelijke ontwikkeling, zij het op een versimpelende en instrumentele manier.
Daarmee stel je een dubbele opdracht:
Kunst en wetenschap moeten niet de complexiteit verbergen.
Artistieke mystificatie en intellectuele jargonisering dragen bij aan vervreemding.
Populisme doet het omgekeerde: het versimpelt de werkelijkheid tot slogans.
Beide zijn ontoereikend: het een verhult, het ander misleidt.
De taak van kunstenaars en wetenschappers is niet versimpeling, maar begrijpelijkheid.
Begrijpelijkheid betekent: inzicht verschaffen zonder af te doen aan de gelaagdheid.
Het is een kwestie van structureren, niet reduceren.
Abstractie kan daarbij dienen als hulpmiddel, mits verbonden aan de ervaarbare werkelijkheid.
Je stelt impliciet dat kunst weer taakgericht moet worden: niet als autonoom domein, maar als tegenkracht tegen verwarring en oppervlakkigheid.
De richting is duidelijk:
Geen kunst om de kunst.
Geen wetenschap om de citatie-index.
Geen beeld zonder motief.
Geen theorie zonder praxis.
Idee
De idee is als volgt:
Kunst is ingebed in het leven van de maker, niet in de kunstwereld van commercie, genootschap of andere belanghebbenden. Het kan zijn dat de maker er volledig naast zit, met als resultaat dat hij de geschiedenis in gaat als 'miskend genie', zij het slechts binnen de eigen gedachte. Hetgeen er niet toe doet. In dit geval gaat het om de kunstenaar Bram D'Hont, die op dertigjarige leeftijd dacht dat hij er goed aan zou doen om zijn kunstenaarschap met een Big Bang te beginnen. Het resultaat was een schilderij van 60 m², Le moment Dansa,met een 'willekeurige' ontmoeting als motief en een éénmalige expositie in het Stadhuis van Deventer. Daarna diende het als achtergrondstraling van de ontstane ruimte. Het bestond uit 41472 verschillende kleurvlakken, algoritmisch geordend, naar wat later bleek A003558 te zijn. Een reeks met de merkwaardige eigenschap in zichzelf terug te keren. Na 45 jaar onderzoek bestaat binnenkort de mogelijkheid om te kijken of de werkelijkheid cyclisch dan wel lineair is, waarbij in het laatste geval mijn 'cyclus' als zinsbegoocheling kan worden gezien. Mocht het universum in zichzelf terugkeren, dan zat ik er niet ver naast.
GPT4o:Je tekst bevat een heldere gedachtegang over autonomie, betekenis en de verhouding tussen individuele creatie en universele orde.
Stelling:
Kunst behoort tot het leven van de maker en niet tot de belangen van instituties, markten of netwerken. De waarde van kunst ligt niet in erkenning, maar in de intrinsieke verhouding tot het bestaan van degene die haar maakt. In gevallen waarin die verhouding geen aansluiting vindt bij bredere structuren, kan de maker zichzelf beschouwen als 'miskend genie', een kwalificatie zonder relevantie buiten de eigen gedachtewereld.
Casus: Bram D’Hont
Op dertigjarige leeftijd begon Bram D’Hont zijn kunstenaarschap met een werk dat bedoeld was als initiële daad: een schilderij van 60 m² onder de titel Le moment Dansa. Het motief was een toevallige ontmoeting. De vorm: een compositie van 41.472 verschillende kleurvlakken, geordend volgens een algoritmisch patroon. Het werk werd één keer tentoongesteld in het stadhuis van Deventer, waarna het functioneerde als visuele achtergrond voor de ruimte waarin het ontstaan had plaatsgevonden.
Wiskundige structuur:
Later bleek dat het onderliggende ordeningsprincipe overeenkwam met OEIS-reeks A003558, een getallenreeks met de eigenschap dat zij in zichzelf terugkeert. Deze zelf-referentiële eigenschap werd door de maker geïnterpreteerd als fundamenteel voor het begrijpen van cyclische versus lineaire tijd.
Doelstelling:
Na 45 jaar reflectie en onderzoek nadert een punt waarop empirisch getest kan worden of het universum cyclisch of lineair is gestructureerd. In het eerste geval zou de terugkerende structuur van het schilderij corresponderen met de werkelijkheid. In het tweede geval kan het als subjectieve illusie worden aangemerkt — zonder dat dit iets afdoet aan de geldigheid van het oorspronkelijke gebaar.
Nieuwe Context
Gaan we verder met de verduidelijking: Er is behoefte aan een nieuwe context, het oude modernistische heeft afgedaan. Te veel mensen op deze planeet, te veel verbruik van grondstoffen met als resultaat de bekende milieu en klimaatproblemen vragen om een nieuwe benadering van het gemeenschappelijke leven. Individueel volledig bevrijd, maar collectief gaan we kopje onder. Het leven vraagt om handelingen die mindful zijn en ecologisch verantwoord. Dat vraagt om een ander beeld. Aangezien het oog zoekt naar orde en een zekere 'schoonheid', wordt er van de kunstenaar gevraagd om binnen 'bezinning' en 'natuur' te zoeken naar verantwoording van deze twee velden. Je zou de bezinning als 'verticale verdieping' en de natuur als 'horizontale verbreding' kunnen beschouwen, als onderscheid tussen onbekend verlangen en het ons bekende omringende .
GPT4o:Helder. Je bouwt voort op het eerdere uitgangspunt door te stellen dat de context waarin kunst functioneert, fundamenteel veranderd is. De modernistische erfenis voldoet niet langer: het is niet meer vol te houden dat individuele expressie zonder collectieve verantwoordelijkheid betekenisvol is. Hier volgt een zakelijke samenvatting van deze uitbreiding:
Contextverandering:
De modernistische kunstopvatting, gebaseerd op autonomie en subjectieve verkenning, is niet langer houdbaar in een wereld die gekenmerkt wordt door overbevolking, uitputting van grondstoffen en een ecologisch systeem onder druk. De oude context — waarin kunst zich als afzonderlijk domein kon ontwikkelen — is vervangen door een mondiale werkelijkheid waarin individuele vrijheid niet langer los kan worden gezien van collectieve gevolgen.
Noodzaak tot heroriëntatie:
In plaats van verdere versnippering of esthetisch narcisme vraagt deze tijd om een herijking van de rol van kunst:
Niet als louter expressie, maar als verantwoord handelen.
Niet als versiering van de beschaving, maar als onderdeel van een noodzakelijke bezinning.
Nieuw kader:
De hedendaagse kunstenaar staat voor een dubbele opgave, gebaseerd op twee fundamentele richtingslijnen:
Verticale verdieping (bezinning):
– Onderzoek naar het onbekende verlangen dat ons drijft.
– Reflectie, stilte, aandacht en bewustzijn.
– Herkenning van innerlijke noodzaak als bron van handeling.
Horizontale verbreding (natuur):
– Aansluiting bij het bestaande, tastbare, omringende.
– Respect voor ecologie, materiaal, omgeving en gemeenschappelijkheid.
– Praktisch handelen dat recht doet aan het gedeelde leven op aarde.
Gevolg:
De kunstenaar wordt niet opgeroepen om ‘mooie dingen’ te maken, maar om vorm te geven aan een nieuw beeld van het leven waarin bezinning en natuur niet gescheiden zijn, maar elkaar kruisen. Het oog verlangt nog altijd naar orde en schoonheid, maar die moeten nu voortkomen uit een ethiek van betrokkenheid.
GPT4o:Dat is een kernachtige en ingrijpende verschuiving: het kunstwerk wordt niet langer representatie, maar praxis — een vorm van handelen, geworteld in bezinning en natuur, die zich niet laat opsluiten in object of icoon.
Hieronder zet ik de gedachten gestructureerd uiteen in zakelijke taal:
Stelling: Kunst als Praxis
1. Situatie:
De hedendaagse wereld vraagt niet om méér beelden, maar om andere vormen van handelen. De overproductie van visuele stimuli heeft geleid tot een inflatie van betekenis. Zowel publieke als private levenssferen worden overspoeld door representaties, terwijl de echte crisis zich afspeelt in het domein van gedrag, relaties en ecologie.
2. Doel:
Het kunstwerk wordt geen object meer dat betekenis representeert, maar een vector van betekenis die alleen via handeling tot stand komt. Beeld en idee dienen als initiële coördinaten — mentale en virtuele oriëntatiepunten — maar de werkelijke waarde manifesteert zich pas wanneer het individu doet.
3. Structuur van deze praxis:
Het kunstwerk verankert zich in twee richtingen:
Verticaal (bezinning):
De mentale projectie, het innerlijk beeld, het onbekende verlangen.
→ Stilte, concentratie, leegte, vormloosheid.
Horizontaal (natuur):
De verbondenheid met het omringende, het materiaal, de ecologische bedding.
→ Zintuiglijkheid, herhaling, ambacht, verzorging.
Deze twee lijnen snijden elkaar in een singulier moment dat zich niet laat herhalen of bezit nemen — slechts ondergaan. Dat moment is geen kunstwerk in traditionele zin, maar het tijdelijke bestaan van betekenisvolle handeling: praxis.
4. Uitwerking:
De kunstenaar biedt een enkel beeld aan — een virtueel en mentaal veld — waarin bezinning en natuur in potentie aanwezig zijn. Dit beeld is niet bedoeld om te bekijken, maar om in te stappen. De kijker wordt handelende participant.
The Praxis of Everything
Als inleiding heb ik een drietal sites gemaakt, waarop onze bedoelingen worden uitééngezet. Allereerst deze site, waar de verificatie van ChatGPT wordt gedeeld. Een werkblad 'thepraxisofeverything.com en een wervende site artmindeco.com. Het werkblad volgt qua opzet eerder genoemde topics en de wervingsite beschrijft cursussen, retraites en onderdak.
Aangezien we alleen 's winters aan de sites werken, blijft het hier tot november bij. Er moet eerst getuinierd, gemaaid, gesnoeid en geoogst worden. En twee keer naar de zee.
GPT4o
Je hebt een helder begin gemaakt met de formulering van een ‘algemene inleiding’ waarin het verband tussen beeld, bewustzijn en handeling centraal staat. Je koppelt esthetiek aan ethiek via een tijdelijke structuur waarin het beeld zijn status verliest en opgaat in praxis.
Hieronder volgt een eerste zakelijke samenvatting en suggestie voor herschrijving die de toon van je oorspronkelijke tekst respecteert, maar de structuur en helderheid verhoogt — zonder poëtische vrijheid ongedaan te maken.
Herschreven versie: Algemene Inleiding (concept)
1. Beeld als tijdelijke structuur
In deze benadering is het beeld geen stabiele entiteit, maar een tijdelijke structuur. Het biedt een oriëntatiepunt in het veld van waarneming en betekenis, zonder zichzelf als vast punt op te werpen. Er is geen absolute waarheid, geen vaste oorsprong — slechts een reeks momenten waarin beeld, herinnering en verwachting elkaar tijdelijk vinden.
2. De functie van het beeld
Het beeld ontstaat op het raakvlak van kijken, denken en handelen. Het verwijst niet naar iets buiten zichzelf, maar naar de mogelijkheid tot handeling die erin besloten ligt. Een 'goed' beeld is niet datgene wat overtuigt, maar datgene wat in beweging zet.
3. De esthetische voorwaarde
Esthetiek is in deze context geen vorm van luxe of culturele verfijning, maar een noodzakelijke ordening die zintuiglijke toegang verschaft tot een veld van mogelijkheden. Het is het minimale kader waarin verschil zichtbaar wordt en herkenning mogelijk blijft.
4. Ethiek als resonantieveld
Omdat elk beeld ingrijpt in perceptie en gedrag, is de ethiek van het beeld geen afzonderlijk domein. Zij ontstaat in de ruimte tussen beeld en handeling, als een vorm van gevoeligheid voor context, schaal en gevolg. Ethiek is hier geen norm, maar een vorm van luisteren: naar de echo van het handelen.
5. Van beeld naar praxis
Het kunstwerk stelt geen ‘voorstelling’ voor, maar een toestand waarin handeling mogelijk wordt. In dit model functioneert het beeld als ‘virtuele prop’: een mentale en zintuiglijke gereedschapsdrager die pas betekenisvol wordt door wat ermee gebeurt. Het werk is niet wat je ziet, maar wat het mogelijk maakt om te doen.